Welkom in de Baie de Somme en in het bijzonder in Saint-Valery-sur-Somme, middeleeuwse stad, stad van de zeelieden, stad van de verovering! Wandel langs de kades en bloemrijke steegjes, klim naar de top van de vestingmuren en bewonder de oude stenen. Spot een aalscholver op de kust of de kop van een zeehond in het kanaal... Soms worden de beste ontdekkingen gedaan waar je ze het minst verwacht!
De Porte de Nevers en de Tours Guillaume: deze twee massieve ronde torens, ook wel bekend als de Porte Jeanne d'Arc, vormen de toegangspoort tot de versterkte stad en zijn de oudste monumenten van de stad. Ze bestonden al toen Willem de Veroveraar in 1066 naar Engeland vertrok.
De toren van Harold: deze toren, waarvan alleen het onderste deel is overgebleven, heeft verschillende namen gehad ("tour à rauts", "tour à roc"). Volgens de overlevering leed Harold, een gezant van de koning van Engeland, schipbreuk op de kust van St-Valery in de 11e eeuw. Hij werd rond 1055 in deze toren gevangen gezet. De toren staat naast het strand, vlakbij de trap die naar de stadsmuren leidt.
L'Herbarium des remparts en le fruticetum: in het hart van het oude Saint-Valery, een botanische tuin geïnspireerd op de tuinen van de hospitaalzusters en een boomgaard die een hedendaagse interpretatie biedt van de tuinen uit de Middeleeuwen.
De kerk Saint-Martin: gebouwd van steen met damborden van kiezel en vuursteen, de kerk heeft twee schepen gescheiden door grote arcades, daterend uit de 11e en 12e eeuw. Op een heldere dag kun je Le Crotoy zien vanaf de verhoogde positie.
De jachthaven: een heel mooi haventje met mooie wandelingen, kleine winkeltjes en restaurants waar je kunt genieten van gebakken mosselen of een heerlijke Luikse wafel. Het is het vertrekpunt voor boten die de Baai van de Somme verkennen, die het label Grand Site de France heeft gekregen.
De wijk Courtgain (visserswijk): een van de mooiste wijken van Saint Valéry, met zijn kronkelende straatjes omzoomd door kleine kleurrijke huisjes. Deze wijk is prachtig bloemrijk en elke zomer (augustus) vindt hier het Fête de la Mer (Zeefeest) plaats. De zeemanskazerne biedt een uniek uitzicht op de havenstad en de Baai van de Somme.
Het zoutpakhuis: gebouwd in 1736, het was "het grootste en meest solide in het koninkrijk". Het bestond uit drie kamers van 45,5 m lang en 12,25 m breed, geflankeerd door zeer dikke muren. Er kon 20.000 ton zout in worden opgeslagen. Het hele gebouw staat nu op de monumentenlijst. Het is nu een cultureel en zakelijk toeristisch complex.
De abdijwijk: de Saint-Valery van de boeren, waar je kleine boerderijen kunt zien die nog steeds in gebruik zijn, gebouwd in de pure Picardische traditie. Van de abdij zijn alleen de ruïnes van de zijbeuk en enkele overblijfselen van de kloostergang uit de 17e eeuw overgebleven.
De kapel Saint-Valery (kapel van de zeelieden): op de hoogten van Cap Hornu, een neogotische kapel gebouwd in steen, met een schaakbordpatroon van witte steen en vuursteen. Binnen zijn de muren versierd met talrijke votiefoffers. Saint Valery werd hier begraven volgens zijn wensen. Zijn relikwieën trekken veel gelovigen op bedevaart.
De punt van Cap Hornu: voor wandelaars een mooi uitzichtpunt over de zoutweiden van de Baie de Somme, waar de schapen grazen.
De vuurtoren van Saint-Valery-sur-Somme: aan het noordelijke uiteinde van het jaagpad, bij de ingang van de haven, biedt deze vuurtoren een prachtig uitzicht over Saint-Valery, Le Crotoy en de Baie de Somme.
